Inleidende Tekst Enquête

 

Aan de hand van een enquête (zie bewijsstuk 1 Enquête) heb ik studenten gevraagd welk beeld ze hebben van mij als docent. Hierdoor schets ik een beeld van wie ik ben als docent.

 

Welke conclusie zijn er te halen uit de enquête?

De meeste studenten uit mijn SLB klas vinden dat ik duidelijk en actieve lessen geef. De studenten voelen zich gehoord en geven aan dat ik ‘echt’ luister. Dat ik een vrolijke en open docent ben en dat ik motiverende lessen geef. Dat ik begrip toon en dat ik tijd in de studenten steek. Dat ik leerzame lessen geef en een luisterend oor biedt. Ik geef op een vrije manier les en niet alleen vanaf een PowerPoint. Naast deze positieve zaken waren ook wat leerpuntjes; eerder reageren op berichten, stage is zwaarder dan de docent denkt, ik mag wel strenger zijn in de klas en soms ben je wat druk voor de klas. 

 

Wat is mijn conclusie?

Mijn conclusie is dat het beeld wat ik van mezelf heb overeenkomt met wat de student schetst. Zoals ik beschreven word vanuit de enquêtes wil ik ook zijn en overkomen.

Echter zit er één verassend element in wat meerdere studenten hebben aangegeven.

Dat is namelijk dat ik strenger mag zijn. In mijn eigen beleving ben ik een ‘redelijk strenge’ docent. Mijn studenten ervaren dat totaal niet zo. Ik denk dat mede hierdoor de relatie goed is met mijn klas. Natuurlijk valt daar wel meer balans te halen.

Dat ik af en toe druk voor een klas sta erken ik wel. Vroeger was ik drukker. Dit is wel wie ik echt ben. Hieruit concludeer ik dat ik als mezelf voor de klas sta.