Beginsituatie

Welke ervaringen heb ik t.a.v. onderwijs?

Ik heb meerdere ervaringen opgedaan in les geven en voor groepen staan.

Zo heb ik tijdens mijn Pabo jaar stage gelopen op een basisschool en heb ik stage gelopen op een vrije school tijdens mijn SPW tijd. In beide stages mogen proeven en ruiken aan het onderwijs en geleerd dat ik mijn energie haal uit de relatie met een klas.

Hier ligt ook mijn kracht en kenmerkt wie ik ben; zowel als professional en privé.   

Toelichting op wie ik ben en koppeling naar de theorie.

Alles wat ik doe in mijn leven gaat vanuit passie en intrinsieke motivatie. Ik kan dingen niet ‘half’ doen. Hier ligt zowel mijn kracht als valkuil. Als ik mij ergens aan committeer is dit een bewuste keuze en zal ik die vol energie aangaan. Werk of hobby’s die mijn interesse niet helemaal hebben kan ik daardoor ook niet volledig aangaan. Hierin durf ik kritisch te zijn naar mezelf en naar mijn omgeving. Leraar wil ik al mijn hele leven worden maar kan ik mij nu pas vol aan committeren. Dit komt omdat ik naast werken ook een grote passie heb voor hardlopen. Hier heb ik geprobeerd mijn beroep van te maken.

Op dit moment zit ik in de nadagen van mijn sportieve carrière, wat maakt dat ik mij nu vol committeer aan het worden van de ‘perfecte’ leraar. Ik denk dat niet dat perfectie ooit haalbaar is, maar hoop het wel zeer lang te blijven na streven. “Ontwikkeling duurt immers je hele leven”.  

Als je mijn ervaringen bekijkt en koppelt aan de theorie valt duidelijk te concluderen dat ik volgens het boek, de zes rollen van de leraar al een paar rollen beheer. (Slooter, M. (2021))  Dit is de rol van de coach en de pedagoog. Opvoedkundig heb ik ervaring in zowel de zorg, als het begeleiden van groepsdynamica en als coach heb ik ervaring in het individueel aandacht hebben als voor de groep.

Wie wil ik zijn als docent?

Als docent weet ik deels wie ik ben en wie ik wil zijn. Ik heb een duidelijke visie hoe ik vindt dat onderwijs vorm wordt gegeven. Om dit goed te beschrijven werk ik aan de hand van theorie (Van Ast, M, 2020) mijn visie uit over onderwijs. Ik stel mezelf hierin twee vragen:

• Hoe kijk ik naar leerlingen en wat verwacht ik van ze?
• Welke type leraar ben of wil ik zijn?

Hoe kijk ik naar leerlingen en wat verwacht ik van ze:

• Leerlingen kiezen bewust voor een studie en hebben bepaalde interesses en motivatie om hun diploma te willen halen. Hierin verschilt, hoe groot de urgentie is om te leren en de motivatie t.a.v. inzet. Daarnaast kunnen leerlingen goed in de praktijk zijn maar een schooldag als lang en vervelend ervaren. Van leerlingen verwacht ik dat ze er zijn en hoop ik eerlijkheid te creëren door veiligheid, vanuit de relatie. Gedurende de opleiding hoop je eigenaarschap te krijgen van de leerlingen over hun studie inhoudt. Dit proces verschilt per leerling en heeft veel met context te maken. Mijn verwachting van leerlingen is laag en dat mag ook in mijn beleving. “Met een zes haal je de studie immers ook prima, op het laatste moment is ook op tijd”. Elke student mag er zijn, iedereen is een individu.

Welke type leraar ben of wil ik zijn:

• Ik ben een leraar die veel waarde hecht aan de relatie en ook investeert hierin. Ik probeer aansluiting te vinden met de klas en luister oprecht naar behoefte t.a.v. klassen management en manier van lesoverdracht. Ik wil die leraar zijn die onderwijs op een spannende en prikkelende manier laat beklijven door vele actieve werkvormen te leren beheersen en te kunnen spelen met de klas. Ik sta voor de klas als hulpverlener/coach/maatschappelijk werker en docent. Ik vindt dit juist mijn kracht en heb er geen moeite mee als de grenzen hierin vervagen. Ik hoop veel te kunnen lachen tijdens de les en al spelend te laten leren.

Bronnen

• Slooter, M. (2021). De zes rollen van de leraar. Pica.
• Van Ast, M., De Loor, O., Spijkerboer, L. C., Ebbens, S. O., Ettekoven, S., Van Ast, M., & De Loor, O. (2020). Effectief leren. Noordhoff.